Hulp in nood - 1

vrijdag 23 juli 2021

Eric Libbrecht

VERSLAG VAN EEN BEWOGEN WEEK...


Op 19 juli bereikt ons een kreet om hulp vanwege Philippe Lagasse en Marie Elisabeth Dricot, onze Rotaryvrienden uit Verviers-Vesdre. Zij zijn druk doende met het verstrekken van hulp aan de meest getroffen families uit Verviers en Pepinster. Verviers en Pepinster zijn, door het noodweer en de wateroverlast zowat de meest verwoeste plaatsen in België.

Onze Voorzitter roept onmiddellijk zijn bestuur samen en er wordt op de vergadering van 21 juli unaniem beslist om onze vrienden uit Verviers-Vesdre hulp te bieden. Nog tijdens de vergadering nemen we telefonisch contact op met vriend Philippe Lagasse.

Verslag van een bewogen week.... 19-23 juli 2021

Hij is doende met het opzetten van vier hulpposten, verspreid over Verviers en Pepinster en dienstig voor de verdeling van voedsel, kleding en levensnoodzakelijke middelen. Voor de verdere inrichting van de hulpposten is hij op zoek naar acht koelkasten, vier diepvrieskoffers en vier generatoren.

Onze club engageert zich om deze hulpposten te voorzien van de gevraagde toestellen.

Marc is bij machte om de koelkasten en diepvrieskoffers te leveren. Filip doorkruist een deel van Nederland om generatoren te bemachtigen. In gans België blijken de generatoren uitverkocht; opgekocht door de Duitsers, zo wordt gezegd.

Op 22 juli wordt Philippe Lagasse ervan verwittigd dat we over het gevraagde materiaal beschikken en tot levering zullen overgaan op 23 juli.

23 juli om 06.45 uur ’s ochtends vertrekt de vrachtwagen van Marc richting Verviers. Filip en ik volgen met de wagen.

In Verviers aangekomen, zien we een buitensporig zwaar geteisterde en deels vernielde stad. De pleinen worden met kranen torenhoog gevuld met puin en afval. Er heerst een doordringende stank. Autowrakken alom in straten en in rivieren. Vele huizen zonder ramen of deuren, of erger nog, gedeeltelijk ingestort.  Het straatbeeld wordt ingenomen door voornamelijk politie en militairen. Zo moet oorlogsgebied eruitzien

In een van de hulpposten worden we zeer vriendelijk ontvangen door vriend Philippe Lagasse, die ons vergezelt naar de overige hulpposten en waar de chauffeur van Marc telkens het voorziene materiaal afzet.

Philippe vertelt ons dat de ganse regio decennia lang  verwaarloosd wordt door de overheidsinstanties en dat het na deze ramp niet eens anders is. De hulpverlening aan de lokale bevolking  wordt reeds geruime tijd georganiseerd door de plaatselijke serviceclubs. Blijkt dat ze ook uitermate goed samenwerken met de inwoners. Jongeren, de militairen en de politie zijn constant in de weer om de zwaksten in deze hulpposten te helpen en te begeleiden.

Een geslaagde interventie waar Rotary, opnieuw mede dankzij Marc, het verschil maakt.

Ik ben zo vrij geweest enkele foto’s te nemen, doch diende voorzichtig te zijn. Snel wordt de indruk gewekt dat we als ramptoeristen naar de plaats van de ramp zijn toegesneld. 

In de opgedroogde modder op de voorruit van een van de vernielde wagens, lees ik

“COURAGE – LA VIE EST BELLE”

Eric